Naar de inhoud

Deelwoorden zijn woorden, die een handeling of toestand weergeven als een eigenschap van zijn onderwerp of object. Deelwoorden vormt men met aparte deelwoordsuffixen. Er bestaan zes deelwoordsuffixen, drie actieve, ANT, INT, ONT, en drie passieve, AT, IT, OT.

Deelwoorden als bijvoeglijke naamwoorden

Een actief deelwoord geeft een handeling of toestand weer als een beschrijving van zijn onderwerp:

-ANT- tijdens de actie - de actie is nog niet voorbij leganta = is aan het lezen
-INT- na de actie - de actie is al geëindigd leginta = heeft gelezen
-ONT- voor de actie - de actie is nog niet begonnen legonta = zal later lezen
  • Viro, kiu ankoraŭ legas, estas leganta viro. - Een man die nog leest, is een lezende man.
  • Viro, kiu antaŭe legis, estas leginta viro. - Een man die eerder heeft gelezen, is een "leginta viro".
  • Viro, kiu poste legos, estas legonta viro. - Een man die later zal lezen, een man die op het punt staat te gaan lezen, is een "legonta viro".

Een passief deelwoord geeft een handeling of toestand weer als beschrijving van zijn object:

-AT- tijdens de actie - de actie is nog niet voorbij legata = wordt gelezen
-IT- na de actie - de actie is al voorbij legita = werd gelezen
-OT- voor de actie - de actie is nog niet begonnen legota = zal later gelezen worden
  • Libro, kiun oni ankoraŭ legas, estas legata libro. - Een boek dat nog gelezen wordt, is een "legata libro".
  • Libro, kiun oni antaŭe legis, estas legita libro. - Een boek dat men eerder gelezen heeft, is een gelezen boek.
  • Libro, kiun oni poste legos, estas legota libro. - Een boek dat later gelezen wordt, is een boek om te lezen.

Passieve deelwoorden zijn alleen mogelijk bij handelingen, die een object kunnen hebben. Het is niet mogelijk om bv. okazata te zeggen, want okazi kan nooit een object hebben. Alle werkwoorden met een IĜ-suffix zijn intransitief. Daarom zijn ...iĝata, ...iĝita en ...iĝota nooit mogelijk.

De klinkers in de deelwoorden zijn dezelfde als de klinkers in de werkwoordsuitgangen AS, IS en OS. De betekenissen lijken ook erg op elkaar, maar zijn niet helemaal hetzelfde. AS duidt voornamelijk op de tegenwoordigheid van de handeling, terwijl ANT en AT uitdrukken dat iets blijft voortduren of dat er sprake is van herhaling van de handeling. IS laat zien dat de actie plaatsvond vóór het heden, terwijl INT en IT laten zien dat de actie werd beëindigd, mogelijk vóór een andere actie. OS duidt op een tijdstip na het nu, terwijl ONT en OT een toestand aangeven voorafgaand aan de handeling, dikwijls met een nuance, dat men van plan is de handeling uit te voeren, dat men het plant, of dat het weldra zal plaatsvinden:

  • Li skribas. - Hij schrijft.

    Het schrijven gebeurt nu of gewoonlijk.

  • Tiam li estis skribanta en sia ĉambro. - Toen was hij aan het schrijven in zijn kamer.

    Het schrijven bleef voortduren in die verleden tijd.

  • La letero estis skribata en la paŭzo. - De brief werd geschreven tijdens de pauze.

    In de pauze ging het schrijven onafgebroken door.

  • Janjo havis en tiu nokto dormon maltrankvilan kaj interrompatan. - Janjo had die nacht een onrustige en onderbroken slaap.

    Er waren herhaalde onderbrekingen van de slaap.

  • Li skribis. - Hij schreef.

    Het schrijven gebeurde eerder dan nu.

  • Kiam li estis skribinta la leteron, li foriris. - Toen hij de brief had geschreven, vertrok hij.

    Nadat het schrijven klaar was, vertrok hij.

  • Li sendis la skribitan leteron al sia amiko. - Hij stuurde de geschreven brief naar zijn vriend.

    Het schrijven van de brief vond eerder plaats dan de verzending.

  • La letero estis skribita en la paŭzo. - De brief was in de pauze geschreven.

    Het schrijven vond niet plaats voor de pauze, maar ergens tijdens de pauze bereikte het schrijven zijn einde. De brief werd daarom tijdens de pauze opgesteld.

  • Li skribos. - Hij zal schrijven.

    Het schrijven zal enige tijd later plaatsvinden.

  • Li estis skribonta la leteron, sed devis subite foriri. - Hij ging de brief schrijven, maar moest plotseling vertrekken.

    Het schrijven was de bedoeling, maar toch gebeurde het niet.

  • Sur la tablo kuŝis aro de legotaj leteroj. - Op de tafel lag een verzameling brieven die gelezen moest worden.

    De brieven lagen te wachten om gelezen te worden. Iemand zou ze moeten lezen, maar heeft dat nog niet gedaan.

Opmerking: sommige mensen experimenteren met deelwoorden die bij de US-uitgang horen door UNT en UT te zeggen: skribunta viro = "man who would write", skributa letero = "een brief die men zou schrijven". Maar die deelwoorden maken geen deel uit van het officiële Esperanto. Als je ze gebruikt, begrijp je elkaar vaak niet. Alleen bij grapjes kunnen ze worden getolereerd.

Deelwoorden en bijwoorden

Een deelwoord met een E-uitgang duidt op een extra handeling, die verband houdt met het onderwerp van de zin. In plaats van twee zinnen te gebruiken, één voor elke handeling, brengt men de twee zinnen samen in één zin:

  • Li legis sian libron kaj manĝis samtempe pomon.Manĝante pomon li legis sian libron. - Hij las zijn boek en at tegelijkertijd een appel. → Een appel etend, las hij zijn boek.

    Het eten en het lezen gebeurde tegelijkertijd.

  • j Li faris sian taskon. Poste li iris hejmen.Farinte sian taskon li iris hejmen. - Hij deed zijn taak. Daarna ging hij naar huis. → Nadat hij zijn taak had volbracht, ging hij naar huis.

    De taak was volbracht voordat hij naar huis ging.

  • Li intencis skribi leteron. Tial li kolektis siajn skribilojn.Skribonte leteron li kolektis siajn skribilojn. - Hij was van plan een brief te schrijven. Daarom verzamelde hij zijn pennen. → Om een brief te schrijven, verzamelde hij zijn pennen.

    Het schrijven van de brief was gepland, maar voordat het begon, vond het verzamelen plaats.

  • Ili laboris. Samtempe la mastro rigardis ilin.Ili laboris rigardate de la mastro. - Ze werkten. Tegelijkertijd keek de meester naar hen. → Ze werkten onder toezicht van de meester.

    Het werken en het kijken gebeurde tegelijkertijd.

  • Mi tute ne atendis lin, sed li tamen venis al mi.Li venis al mi tute ne atendite. - Ik had hem helemaal niet verwacht, maar hij kwam toch naar me toe. → Hij kwam totaal onverwacht naar me toe.

    Het wachten (wat niet gebeurde) zou eerder zijn dan zijn komst.

  • Oni preskaŭ kaptis lin, sed li forkuris.Kaptote, li forkuris. - Hij werd bijna gepakt, maar hij rende weg. → Terwijl hij gevangen zou worden, rende hij weg.

    Toen de ontsnapping plaatsvond, was de vangst in de nabije toekomst.

Dergelijke samengestelde zinnen komen meer voor in schrijftaal. Zij geven een complexe relatie weer tussen meerdere zaken in een compacte en ietwat moeilijke vorm. In spreektaal drukt men dergelijke zaken dikwijls uit met meer woorden.

In dergelijke zinnen moet het bijwoordelijk deelwoord een beschrijving van het onderwerp van de persoonsvorm zijn:

  • Farinte la taskon li iris hejmen. - De taak gedaan hebbend, ging hij naar huis.

    Hij deed de taak.

  • Ili laboris rigardate. - Ze werkten terwijl ze werden bekeken.

    Ze werden in de gaten gehouden.

Zeg dus niet: Promenante sur la strato venis subite ideo al mi en la kapon. Het onderwerp van de persoonsvorm venis is ideo. De zin betekent dus dat het idee op straat liep, wat waarschijnlijk niet de bedoelde betekenis is. Het is nodig om te zeggen: Promenante sur la strato mi subite ekhavis ideon en la kapon. Of: Kiam mi promenis sur la strato, venis subite ideo al mi en la kapon. = Toen ik op straat liep, kwam er plotseling een idee in mijn hoofd.

Deelwoorden als zelfstandige naamwoorden

Een actief deelwoord met een O-uitgang duidt op het betekenisonderwerp van de handeling of toestand. Een passief deelwoord met een O-uitgang duidt op het betekenis-object. Volgens conventie duidt een O-deelwoord op een persoon:

  • skribanto = een schrijvend persoon, een persoon die schrijft
  • skribinto = een persoon die schreef
  • skribonto = persoon die op het punt staat te schrijven, persoon die later zal schrijven
  • amato = een geliefd persoon, een persoon van wie iemand houdt
  • amito = een persoon van wie iemand eerder hield
  • amoto = persoon om van te houden, een persoon van wie iemand later zal houden
  • Kiam Nikodemo batas Jozefon, tiam Nikodemo estas la batanto kaj Jozefo estas la batato. - Als Nicodemus Jozef slaat, dan is Nicodemus de slaande persoon en is Jozef de geslagene.
  • La fuĝintoj kolektiĝis sur la kampo.La personoj, kiuj antaŭe fuĝis... - De gevluchte personen verzamelden zich in het veld. {1} De mensen die eerder vluchtten...
  • La juĝotoj staris antaŭ la juĝisto.La personoj, kiujn oni intencis juĝi... - De te berechten personen stonden voor de rechter. {1} De personen die men van plan was te berechten...

Voeg geen UL toe, omdat O-woorden van zichzelf al op personen wijzen.

Als het niet over een persoon gaat, maar over een ding, voeg dan het achtervoegsel toe: skribitaĵo, legataĵo, plenumitaĵo, plaĉantaĵo. Maar wanneer AJ aanwezig is, is het deelwoordsachtervoegsel vaak overbodig. Normaal gesproken zijn skribaĵo, legaĵo, plenumaĵo, plaĉaĵo voldoende.

Een enkele keer geeft een O-uitgang toch een niet-persoon aan, die een functie uitoefent, voornamelijk in de wiskunde e.a.:

  • dividanto (deler) = getal dat deelt, in een breuk de "noemer"
  • dividato (deeltal) = het getal dat gedeeld wordt, in een breuk de "teller"

Van een zelfstandig naamwoord, dat een persoon voorstelt, kan men normaal gezien een bijvoeglijk naamwoord maken, met als betekenis "met betrekking tot de persoon". Dat is niet mogelijk voor zelfstandig-naamwoord-deelwoorden, want een A-deelwoord heeft een andere betekenis:

  • novulonovula kurso = cursus voor beginners.
  • komencantokomencanta kurso = "een cursus die (iets) begint". U kunt komencanta kurso dus niet gebruiken voor de betekenis "cursus voor beginners", maar u moet precies zeggen kurso por komencantoj (of mogelijk porkomencanta kurso).

Opmerking: het woord Esperanto (met een hoofdletter) was oorspronkelijk een deelwoord dat "iemand die hoopt" betekent, maar het is nu de naam van een taal en wordt niet langer als een deelwoord beschouwd. We kunnen daarom het adjectief Esperanta = "gerelateerd aan de taal Esperanto" maken. Het woord esperanto (met kleine letters) is nog steeds een deelwoord en betekent nog steeds "iemand die hoopt".

Samengestelde werkwoordsvormen

Met het hulpwerkwoord esti en diverse deelwoorden, kan men diverse nuances van modus, tijd, duur, voltooiing enz. precies uitdrukken. Eenvoudige werkwoordsvormen met AS, IS, OS, US en U hebben over het algemeen de voorkeur, maar in welbepaalde gevallen, als men een handeling precies wil uitdrukken, kan men een samengestelde vorm gebruiken. In principe kan men alle vormen van esti (estis, estas, estis, estos, estu, estus) combineren met alle zes de deelwoorden. Dat geeft in theorie 36 mogelijke samengestelde werkwoordsvormen. Enkele van die vormen zijn echter nauwelijks bruikbaar, omdat ze te bizarre of te speciale nuances uitdrukken. Andere drukken nuances uit, die wel nodig zijn, maar waarvoor dikwijls andere meer geschikte uitdrukkingsvormen bestaan. Hierna enkele voorbeelden:

  • Li estas leganta libron. - Hij is een boek aan het lezen.

    Het lezen van het boek, waar hij nu mee bezig is, gaat door.

  • Li estis leganta libron. - Hij was een boek aan het lezen.

    Het lezen van het boek, waar hij toen mee bezig was, ging toen door.

  • Li estos leganta libron. - Hij zal een boek aan het lezen zijn.

    Het lezen van het boek, waar hij in de toekomst mee bezig zal zijn, zal nog langer voortduren.

  • Li estas leginta libron. - Hij heeft een boek gelezen.

    Het lezen van het boek is nu voorbij.

  • Li estis leginta libron. - Hij had een boek gelezen.

    Het lezen van het boek behoorde toen al tot het verleden.

  • Li estos leginta libron. - Hij zal een boek gelezen hebben.

    Er is sprake van een belofte of voorspelling: in de toekomst zal hij, op het moment waarover nu gesproken wordt, al klaar zijn met het lezen van het boek (en dan niet meer bezig zijn met lezen).

  • Li estus leginta libron, se... - Hij zou een boek hebben gelezen als...

    Het lezen van een boek zou tot het verleden behoren als...

  • Li estis legonta libron. - Hij stond op het punt een boek te lezen.

    Hij was toen voorbereid om in de nabije toekomst het boek te gaan lezen.

  • Li volas esti legonta libron. - Hij wil op het punt staan ​​een boek te lezen.

    Hij wil er nu klaar voor zijn (maar dat is nog niet zo) om een boek te gaan lezen.

  • La libro estas legata. - Het boek wordt gelezen.

    Iemand is het boek aan het lezen en dat duurt voort.

  • La libro estos legata. - Het boek zal gelezen worden.

    Er is sprake van een belofte of voorspelling: ergens in de toekomst zal het lezen plaatsvinden en dat zal voortduren.

  • La libro estus legata, se... - Het boek zou gelezen worden als...

    Het boek wordt nu niet gelezen, maar dat zou wel zo zijn geweest als...

De samenesteld ANT-vormen zijn zeer zelden nodig. Zij benadrukken, dat iets duurt, terwijl iets anders plaatsheeft. Meestal volstaan de eenvoudige vormen. In een zeldzaam geval kan men (ĝuste) tiam gebruiken om de gelijktijdigheid aan te geven. De samengestelde INT-vormen zijn vaker nodig. Zij kunnen van nut zijn om aan te geven dat een een handeling een andere voorafgaat. Dikwijls is dit duidelijk genoeg uit de context. Indien nodig kunnen uitdrukkingen met jam, antaŭe, ĵus, post kiam of antaŭ ol helpen. De samengestelde ONT-vormen kunnen worden gebruikt om een handeling in de nabije toekomst of een geplande handeling aan te geven. Ook baldaŭ en verschillende werkwoorden kunnen dit, dikwijls zelfs duidelijker, aangeven.

De samengestelde IT-vormen verschillen enigszins van de samengestelde INT-vormen. Een samengestelde INT-vorm duidt altijd op een handeling, die voorafgaat aan een andere handeling. Een samengestelde IT-vorm wijst op de uitvoering van een handeling, of van een handeling, die een resultaat geeft. Een IT-vorm kan wel duiden op een vroeger tijdstip, maar heel dikwijls is het niet zo:

  • Tiam li estis eltrovinta la veron. - Toen had hij de waarheid ontdekt.

    De ontdekking van de waarheid moet voor die tijd hebben plaatsgevonden. Als je wilt zeggen dat de actie op dat moment is voltooid, moet je een eenvoudig werkwoord gebruiken: Tiam li eltrovis la veron. = "Toen ontdekte hij de waarheid."

  • Tiam la vero estis eltrovita. - Toen werd de waarheid ontdekt.

    De ontdekking van de waarheid werd precies toen voltooid, of eerder, afhankelijk van de context. Er is geen eenvoudige werkwoordsvorm voor een passieve actie, maar in plaats daarvan kan een zin met het onderwerp oni: Tiam oni eltrovis la veron. = "Toen ontdekte men de waarheid."

Een enkele keer kan er onduidelijkheid zijn of de IT-vorm een vorige handeling aangeeft of een voltooide handeling. In dat geval kan een extra uitdrukking duidelijkheid scheppen. In de praktijk echter zijn die zelden nodig: Kiam via domo estis konstruata, mia domo estis jam longe konstruita. Estis konstruita gaat estis konstruata vooraf. Antaŭe ni iradis en la lernejon kaj iom lernis, kaj poste ni estis konfirmitaj. Estis konfirmitaj volgt op iradis en lernis.

Soms, ik plaats van "esti + deelwoord" te gebruiken, maakt men van het deelwoord een werkwoord, op dezelfde manier als wanneer van een bijvoeglijk naamwoord een werkwoord wordt gemaakt: estas legantalegantas, estis legontalegontis, estus legintalegintus, estas legatalegatas, estos legitalegitos, enzovoort.

Deze vormen zijn perfect logisch en regelmatig, maar in de praktijk erg moeilijk te begrijpen. Een woord als legintos bevat te veel informatie in een te compacte vorm. De normale samengestelde vormen met esti zijn beter in die zeldzame gevallen dat men de eenvoudige werkwoordsvormen zoals (legis, legos enz... niet kan gebruiken.)

Maar sommige van dergelijke verkorte vormen zijn in de praktijk enigszins ingeslepen. Vooral INTUS-vormen zijn populair. Een eenvoudige US-vorm is volkomen tijdloos, maar velen hebben nog steeds het gevoel dat US-werkwoorden hedendaags zijn en gebruiken altijd INTUS als het om het verleden gaat: Se mi sciintus tion, mi agintus alie. = Se mi estus sciinta tion, mi estus aginta alie. Het kan eenvoudiger worden gezegd: Se mi (tiam antaŭe) scius tion, mi (tiam) agus alie.

ATAS-vormen zijn ook vrij gebruikelijk: Bezonatas novaj fortoj en nia organizo. = Estas bezonataj... Serĉatas nova redaktisto por la revuo. = Estas serĉata...

Het passief

Zinnen met een transitief werkwoord kan men van actief (normale vorm) naar passief omvormen. Het passief is a.h.w. een omgekeerde manier om een handeling weer te geven. Wanneer men een zin passief maakt, veranderen er drie zaken:

  • Het voorwerp wordt onderwerp (en verliest zijn N-uitgang)
  • De persoonsvorm wordt vervangen door: esti + passief deelwoord.
  • Het actieve onderwerp verdwijnt, of wordt de-bijwoord.

La knabino vidas la domon. - Het meisje ziet het huis.

  • la domonla domo
  • vidasestas vidata
  • la knabinode la knabino

La domo estas vidata de la knabino. - Het huis wordt gezien door het meisje.

Li batis sian hundon per bastono. - Hij sloeg zijn hond met een stok.

  • sian hundonlia hundo
  • batisestis batata
  • li mag weggelaten worden

Lia hundo estis batata per bastono. - Zijn hond werd geslagen met een stok.

Men gebruikt de passieve vorm om de aandacht van het actieve onderwerp naar de handeling te verplaatsen. Ook het eerdere voorwerp (het nieuwe onderwerp) krijgt meer aandacht. Passieve vorm gebruikt men vaak wanneer men over een heel algemene zaak spreekt, wanneer er nauwelijks een actief onderwerp bestaat.

Als u het oorspronkelijke onderwerp van de actieve zin in een passieve zin wilt behouden, moet u het voorzetsel de gebruiken: Ĝi estis trovita de mia frato. = Mia frato trovis ĝin. La piano estas ludata de vera majstro. = Vera majstro ludas la pianon.. Het voorzetsel de heeft vele betekenissen, maar met een passief deelwoord geeft de normaal gesproken altijd een uitvoerder van de handeling weer. Als er echter kans is op misverstanden, kunt u fare de gebruiken: Ĝi estis forprenita fare de mi. = Mi forprenis ĝin.

Als het onderwerp van een passieve zin een bijzin, infinitief of telbijwoord (of telbijwoord-achtig woordje) is, dan moet het passieve deelwoordeen E-uitgang hebben: Oni interkonsentis, ke mi faru tion.Estis interkonsentite, ke mi faru tion. Oni ordonis al mi fari tion.Al mi estis ordonite fari tion. Oni atribuis multe (= multon) al tiu rakonto.Multe estis atribuite al tiu rakonto. Soms verschijnt een transitief werkwoord in een zin zonder object. Als men zo'n zin passief maakt, dan is het resultaat een pasieve zin zonder onderwerp. Het deelwoord heeft dan ook een E-uitgang: Oni parolis pri tio.Pri tio estis parolate.

Het passief - keuze van het deelwoord

De keuze van het passief deelwoord hangt af van wat men wil uitdrukken. Men kiest voor het AT-deelwoord, als men het geleidelijk verloop van de handeling wil uitdrukken, of als het een herhaling van een handeling betreft. Men kiest voor het IT-deelwoord, als de uitvoering of het resultaat van de handeling belangrijker zijn. Men kiest voor het OT-deelwoord, als het gaat overeen toestand voorafgaand aan de handeling.

AT
duur of herhaling
IT
vervulling of resultaat
OT
staat voor de handeling

Als men twijfelt tussen AT en IT, kan men een testvraag gebruiken om uit te vinden, welke nuance het best past:

Als je iom post iom (beetje na beetje), plu kaj plu (langer, verder, steeds) of ree kaj ree (weer en weer) zonder de betekenis volledig te veranderen, dan is AT geschikt, omdat iom post iom en plu kaj plu de nadruk leggen op voortzetting, en ree kaj ree de nadruk legt op herhaling.

Als je definitive (definitief, voorgoed) kunt toevoegen zonder de betekenis te veranderen, dan is IT geschikt, omdat definitive de nadruk legt op vervulling of het bereiken van een resultaat.

  • Ŝi amis kaj estis [plu kaj plu] amata. - Ze beminde en werd [langer, verder, (nog) steeds] bemind.
  • Dum la teatraĵo estis [iom post iom] montrata, okazis strangaj aferoj en la salono. - Terwijl het stuk [beetje na beetje] werd vertoond, gebeurden er vreemde dingen in de zaal.
  • Tiu ĉi komercaĵo estas ĉiam volonte [ree kaj ree] aĉetata de mi. - Deze koopwaar wordt, omdat ik dat graag wil, [steeds weer] door mij gekocht.
  • Mi sciigas, ke de nun la ŝuldoj de mia filo ne estos [ree kaj ree] pagataj de mi. - Hierbij kondig ik aan dat vanaf nu de schulden van mijn zoon niet [steeds weer] door mij zullen worden betaald.
  • Estu trankvila, mia tuta ŝuldo estos [definitive] pagita al vi baldaŭ. - Wees gerust, al mijn schulden zullen spoedig [definitief] aan u worden betaald.
  • Georgo Vaŝington estis [definitive] naskita la dudek duan de Februaro de la jaro mil sepcent tridek dua. - George Washington werd [zeker] geboren op 22 februari 1732.

Bepaalde werkwoorden hebben twee verschillende betekenissen, en de keuze van het deelwoord hangt af van welke betekenis men bedoelt. Een klassiek voorbeeld is het werkwoord okupi, dat ofwel kan betekenen "in gebruik nemen" of "in gebruik hebben". "Nemen" is normaal een ogenblikkelijke handeling, en daarom is het al dan niet voltooid zijn interessant. "Houden" is een meer langdurige handeling, en daarom is de duur van belang. Op het 'nemen' volgt het 'houden', en voor het 'houden' komt het 'nemen'. Daarom kan men bij okupi naar believen de AT-vorm of de IT-vorm gebruiken zonder noemenswaardig verschil: Mi estas tre okupata de mia laboro. = Mijn werk "houdt me" op dit moment (langer, verder, nog steeds), omdat het me voordien "nam". Mi estas tre okupita de mia laboro. = Mijn werk "nam me" (definitief), en daarom "neemt het me" nu. Een ander voorbeeld is "kovri": Li kovris la plankon per tapiŝo.La planko estas kovrita (de li) per tapiŝo. Hier gaat het over het definitieve resultaat van de handeling "op de vloer leggen". Tapiŝo kovris la plankon.La planko estis kovrata de tapiŝo. Hier gaat het over een ietwat langdurige handeling "kuŝi sur planko". Meestal gebruikt men de IT-vorm bij werkwoorden als okupi en kovri, maar men heeft de vrije keuze van de gedachte die men wil uitdrukken.

Soms heeft het AT-deelwoord de voorkeur, wanneer de actie slechts een theoretische mogelijkheid is waarvan het niet zeker is dat deze zal worden uitgevoerd, of wanneer de actie wordt ontkend, of als de context op de een of andere manier het idee van vervulling uitwist: Ŝi estis nun en tia aĝo, ke ŝi devis esti konfirmata. = "Ze was nu op zo'n leeftijd, dat ze moest worden erkend." Het gaat alleen om de plicht van het erkennen. Het is nog niet bekend of de erkenning daadwerkelijk is uitgevoerd. Ili volas, ke tia aŭ alia ŝanĝo estu farata jam nun. = "Zij willen dat een of andere wijziging nu doorgevoerd wordt." Of de wijzigingen worden doorgevoerd, is niet bekend. La unueco de Esperanto neniam estos rompata. = "De eenheid van Esperanto zal nooit verbroken worden." Het idee van het verbreken van de eenheid zal nooit worden vervuld. Eĉ vulpo plej ruza fine estas kaptata. = "Zelfs de sluwste vos wordt uiteindelijk gevangen." Het is een principe dat altijd van toepassing is. Het idee van voortduren wordt daardoor belangrijker dan het idee van vervulling. Maar het is ook mogelijk om in dergelijke zinnen de IT-vorm te gebruiken. Je hebt een vrije keuze met welke nuance je iets wilt uitdrukken.

Voor herhalende acties gebruik je normaal gesproken AT omdat je geïnteresseerd bent in de herhaling, maar soms kun je je concentreren op de voltooiing van elke afzonderlijke herhaling en IT gebruiken. Als het exacte aantal herhalingen wordt getoond, wordt het idee van vervulling belangrijker, en dan wordt meestal een IT-vorm gebruikt: Dum la milito tiu vilaĝo estis ofte prirabata kaj bruligata. = "Tijdens de oorlog werd dat dorp vaak geplunderd en in brand gestoken."; Dum la milito tiu vilaĝo estis kvarfoje prirabita kaj bruligita. = "Tijdens de oorlog werd dat dorp vier keer geplunderd en in brand gestoken."

Opmerking: sommige esperantisten accepteren de bovenstaande principes voor het kiezen van AT en IT niet. Volgens die esperantisten zou AT in plaats daarvan "juist toen" moeten betekenen, en IT zou volgens hen alleen "voor die tijd" moeten betekenen. Ze gebruiken zinnen als: Mi estis naskata en Januaro. La ŝlosilo estis perdata hieraŭ. Subite li estis trafata de kuglo. Dergelijke taal wordt gewoonlijk "atisme" (ook "tempisme") genoemd. In normaal Esperanto wordt IT in dergelijke zinnen gebruikt, en daarom wordt vaak de uitdrukking "itisme" (ook "aspectisme") gebruikt. De kwestie van itisme en atisme wordt definitief beslist door drie modelzinnen uit het Fundamento: Georgo Vaŝington estis naskita la dudek duan de Februaro de la jaro mil sepcent tridek dua. = "George Washington werd geboren op 22 februari 1732." Li sentis sin tiel malfeliĉa, ke li malbenis la tagon, en kiu li estis naskita. = "Hij voelde zich zo ongelukkig dat hij zijn geboortedag vervloekte." Mia onklo ne mortis per natura morto, sed li tamen ne mortigis sin mem kaj ankaŭ estis mortigita de neniu; unu tagon, promenante apud la reloj de fervojo, li falis sub la radojn de veturanta vagonaro kaj mortiĝis. = "Mijn oom is geen natuurlijke dood gestorven, maar hij doodde zichzelf niet en ook is hij door niemand vermoord; op een dag, wandelend langs het spoor, viel hij onder en rijdende trein en stierf hij."

Terug naar boven