Naar de inhoud

Bepaalde woorden komen in paren of veelvouden voor en hebben een bijzondere betekenis. Men kan ze gecombineerde woordjes noemen.

Kaj... kaj

Een tweevoudig of meervoudig kaj wordt gebruikt om te benadrukken en te insisteren. In dat geval zet men kaj voor alle leden van de zin, ook voor het eerste. In het spraakgebruik accentueert men gewoonlijk kaj:

  • Kaj Petro kaj Karlo laboras. - En Piet én Karel werken.

    Nadruk op het feit, dat niet één van beide maar beide werken.

  • Kaj pluvas kaj blovas. - En het regende en waaide.

    Nadruk op het feit, dat beide fenomenen plaatshebben.

  • Petro kaj fumas kaj drinkas. - Piet rookt én drinkt.

    Nadruk op het feit, dat hij eigenlijk beide doet.

  • Kaj ilia amo, kaj ilia malamo, kaj ilia ĵaluzo jam de longe malaperis. - Hun liefde zowel als hun haat en hun jaloezie waren al lang verdwenen.

    Nadruk op het feit, dat de drie dingen verdwenen waren.

Nek... nek

Het gewone nek betekent "en ook niet". Een meervoudig nek betekent "en niet". Een gecombineerd nek is dus gelijk aan en... en plus ontkenning:

  • Mi renkontis nek lin, nek lian fraton. = Mi kaj ne renkontis lin, kaj ne renkontis lian fraton. - Ik ontmoette noch hem, noch zijn broer. = Ik ontemoette hem niet, en ook zijn broer niet.
  • Nek ĝojo, nek malĝojo daŭras eterne. = Kaj ĝojo, kaj malĝojo ne daŭras eterne. - Noch vreugde, noch droefheid duren eeuwig. = Vreugde duurt niet eeuwig en ook droefheid niet.
  • Ŝi estis muta, povis nek kanti nek paroli. = Ŝi kaj ne povis kanti, kaj ne povis paroli. - Zij was doof, kon noch zingen noch spreken. = Zij kon niet zingen en ook niet spreken.

Aŭ... aŭ

Een meervoudig of geeft aan dat de getoonde alternatieven de enige opties zijn. Het moet één van die zijn en niet iets anders. In de gesproken taal legt men dan meestal de nadruk op of:

  • Nun ni devas venki morti! - Nu moeten we zegevieren of sterven!

    Wij kunnen beide niet doen, en wij kunnen niet iets anders doen dan één van die twee alternatieven.

  • vi faris grandan eraron, mi ĉion miskomprenis. - Of je beging een zware fout, of ik heb alles verkeerd begrepen.

    Er bestaat geen ander alternatief.

  • Oni povus diri, ke ŝi forgesis ĉion en la mondo, ŝi ne havis forton, por iri pluen. - Men zou kunnen zeggen, dat zij ofwel alles op de wereld vergeten was, ofwel dat zij de kracht niet had, om verder te gaan.

Jen... jen

Het enkelvoudige jen vestigt de aandacht op iets. Een dubbel of meervoudig jen heeft geen dergelijke betekenis, maar geeft een keuze tussen alternatieven, die elkaar afwisselen, of mogelijkheden, die afwisselend gelden. Jen... jen = iufoje... alifoje:

  • Jen mi ardas de varmego, jen mi tremas de frosto. - Nu eens gloei ik van de warmte, dan weer beef ik van de kou.

    De twee toestanden wisselen elkaar af. Een keer heb ik het warm, een andere keer heb ik het kou.

  • Ŝia vizaĝo aperigis jen mortan palecon, jen koloron de sango. - Haar gezicht was nu eens dodelijk bleek, dan weer bloedrood.

    Het gezicht verandert voortdurend.

  • Mario videble havis deziron jen koleri, jen ridi, jen premi la manon al tiu ventanimulo. - Mario had zichtbaar goesting om ofwel boos te zijn, ofwel te lachen, ofwel de hand te drukken van dat leeghoofd.
  • Li okupadis sin jen per tio, jen per alio. - Hij hield zich nu eens daarmee bezig, dan weer met iets anders.

Ju... des

Ju en des worden altijd samen gebruikt met pli of malpli. Ju en des tonen samen, dat de ene pli-uitdrukking afhangt van de andere. De ju-uitdrukking geeft het hoofdlid van de zin aan. De des-uitdrukking toont wat ervan afhangt:

  • Ju pli da mono ni havos, des pli rapide kaj bone iros kompreneble nia afero. - Hoe meer geld ik zal hebben, hoe sneller en beter onze zaak natuurlijk zal lopen.

    Als het geld vermeerdert, vermeerdert ook de snelheid en de 'kwaliteit'.

  • Ju pli alte staras la lingvo, des pli rapide progresas la popolo. - Hoe hoger (het niveau van) de taal, hoe sneller het volk vorderingen maakt.

    De vooruitgang van het volk hangt af van het niveau van zijn taal.

  • Ju pli da bruo, des malpli da ĝuo. - Hoe meer lawaai, des te minder genot.
  • Ju pli grandaj ili fariĝis, des malpli ili volis tion toleri. - Hoe groter zij werden, hoe minder zij dat wilden verdragen.

    Toen ze groter werden, verminderde hun tolerantie.

  • Ju pli klare vi elparolas, kaj ju malpli da malfacilaj vortoj vi uzas, des pli bone oni komprenas vin. - Hoe duidelijker je articuleert, en hoe minder moeilijke woorden je gebruikt, des te beter zal men je begrijpen.

    Duidelijker spreken en minder moeilijke woorden zorgen voor een verbetering van het begrip.

Soms komt des alleen voor, zonder ju. In dat geval wordt de ju-uitdrukking op één of andere manier verondersteld:

  • La saloneto ne estis vasta, tial des pli frapis la okulojn la eleganteco de ĝia aranĝo. - Het zaaltje was niet groot, daarom viel de elegantie van de inrichting des te meer op.

    Hier wordt verondersteld: Hoe kleiner een elegante zaal is, hoe meer de elegantie opvalt.

Een alleenstaand des kan dikwijls worden vervangen door tiom.

In een aantal talen kan men hetzelfde woord gebruiken voor de ondergeschikte en de hoofd-pli-uitdrukking. Dat is niet mogelijk in het Esperanto. Ju... ju is betekenisloos. De hoofd-(mal)pli-uitdrukking moet ju bevatten, en de ondergeschikte (mal)pli-uitdrukking moet des krijgen. Zeg niet: Ju pli rapide vi revenos hejmen, ju pli bone. Zeg wel: Ju pli rapide vi revenos hejmen, des pli bone. Vanzelfsprekend is des... des niet mogelijk. Maar men kan wel meerdere ju-uitdrukkingen hebben, die samengaan met één of meerdere des-uitdrukkingen (of iets dergelijks): Ju pli zorge kaj ju pli malrapide vi faros la laboron, des pli kontenta kaj des pli ĝoja mi fariĝos.

Terug naar boven