Naar de inhoud

Een bijstelling is een verduidelijkende herformulering van een zinsdeel, een herformulering die volgt op dit zinsdeel. Het één omschrijft het andere met andere woorden. Een bijstelling beschrijft op een bepaalde manier het vorige zinsdeel, maar vormt toch een apart zinsdeel. Bij het spreken laat men de bijstelling uitkomen door een korte pauze ervoor en erachter. In geschreven taal plaatst men de bijstelling gewoonlijk tussen komma's.

Een bijstelling speelt dezelfde rol in de zin, als het zinsdeel ervoor. Als dit zinsdeel dus de accusatief-uitgang N heeft, dan moet ook de bijstelling die uitgang hebben:

  • Karlo, nia prezidanto, prezentis Petron, la novan sekretarion. - Karel, onze voorzitter, stelde Piet, de nieuwe secretaris, voor.

    Zowel Karlo als nia prezidanto zijn onderwerp, het gaat bovendien om dezelfde persoon. Zowel Petro als la nova sekretario zijn voorwerp, want het gaat om dezelfde persoon.

  • Tie mi renkontis Vilĉjon, mian edzon. - Daar ontmoette ik Wil, mijn echtgenoot.
  • La diablo lin prenu, la sentaŭgulon! - De duivel hale hem, de nietsnut!
  • La koko, trumpetisto de l' mateno, per sia laŭta, forta, hela voĉo el dormo vekas dion de la tago. - De haan, ochtendtrompetter, wekt met zijn luide, klare stem de god van de dag uit zijn slaap.
  • Li prelegis pri Hitlero, la fondinto de la naziismo. - Hij gaf een lezing over Hitler, de stichter van het nazisme.

    Men zou ook kunnen zeggen: ...pri Hitlero, pri la fondinto...

  • Ni esprimas nian koran dankon al sinjoro Schleyer, la unua kaj plej energia pioniro de la ideo de neŭtrala lingvo internacia. - Wij danken van harte Mijnheer Schleyer, de eerste en meest energieke voorloper van de idee van een neutrale taal.

    Men zou ook kunnen zeggen ...al sinjoro Schleyer, al la unua kaj plej energia pioniro...

Een zeldzame keer gebruikt men een bijstelling met nome, tio estas of een gelijkaardige uitdrukking:

  • Mi renkontis mian malamikon, nome la mortiginton de mia patro. - Ik ontmoette mijn vijand, met name de moordenaar van mijn vader.
  • Hodiaŭ mi ricevis duoblan pagon, tio estas cent dolarojn. - Vandaag werd ik dubbel betaald, d.w.z. honderd dollar.

    Een afkorting van: D.w.z.: ik ontving honderd dollar.

Verwar een bijstelling niet met een kwalificerend zelfstandig naamwoord. Een kwalificerend zelfstandig naamwoord kan eruit zien als een bijstelling, maar het mag nooit een N-uitgang of ander rolkenmerk hebben. Vergelijk volgende zinnen:

  • Iuj asertis, ke ili vidis eĉ profesoron, Paŭlon Jenkins. - Sommigen beweerden, dat zij zelfs een professor, nl. Paul Jenkins, zagen.

    De verrassing was, dat zij überhaupt een professor zagen. Daarna voegen ze eraan toe, dat ze met name Paul Jenkins zagen. Paŭlon Jenkins is een bijstelling.

  • Iuj asertis, ke ili vidis eĉ profesoron Paŭlo Jenkins. - Sommigen beweerden, dat zij zelfs professor Paul Jenkins zagen.

    De verrassing was, dat ze met name Paul Jenkins (die professor is) zagen. Paŭlo Jenkins is een kwalificerend zelfstandig naamwoord van profesoron. Profesoron Paŭlo Jenkins = die professor, die Paul Jenkins heet.

Verwar een bijstelling ook niet met de vocatief-functie, die geen rolkenmerk heeft: Sidigu vin, sinjoro! Vin en sinjoro zijn dezelfde persoon, maar vin is een voorwerp, en sinjoro is een vocatief.

Bijstelling met ĉiu(j), ambaŭ of ĉio

Ĉiu(j), ambaŭ en ĉio kunnen een verduidelijkende bijstelling zijn bij een zelfstandig naamwoord of een bij persoonlijk voornaamwoord. Als het zelfstandig naamwoord of voornaamwoord een N-uitgang heeft, moet ook de bijstelling die uitgang hebben (behalve ambaŭ, dat nooit de N-uitgang kan krijgen). Dergelijke bijstellingen staan niet altijd direct na het eerste zinsdeel, maar dikwijls iets verder in de zin:

  • Ni ĉiuj legas. = Ni legas. Ĉiuj (el ni) legas. - Wij lezen allemaal. = Wij lezen. Elk (van ons) leest.
  • Ili ĉiuj sidas silente kaj skribas. = Ili sidas. Ĉiuj (el ili) sidas. - Zij zitten allemaal stil en schrijven. = Zij zitten. Elk (van hen) zit.
  • Ŝi vidis, kiel la cikonioj forflugis, ĉiu aparte. = La cikonioj forflugis. Ĉiu unuopa cikonio forflugis aparte. - Zij zag, hoe de ooievaars wegvlogen, elk apart. = De ooievaars vlogen weg. Elke individuele ooievaar vloog apart weg.
  • La kolonoj havis ĉiu la alton de dek ok ulnoj. Ĉiu unuopa kolono estis tiel alta. - De kolommen hadden elk een hoogte van achttien el. Elke individuele kolom was zo hoog.
  • Vin ĉiujn mi kore salutas. = Mi salutas vin. Mi salutas ĉiujn (el vi). - Jullie allen groet ik van harte. = Ik groet jullie. Ik groet elkeen (van jullie).
  • Ili ambaŭ estis bonaj homoj. = Ili estis bonaj homoj. Ambaŭ (el ili) estis bonaj homoj. - Zij zijn allebei goeie mensen. = Zij zijn goeie mensen. Elkeen (van hen) is een goed mens.
  • Tio estas ĉio tre bona. = Tio estas tre bona. Ĉio (el tio) estas tre bona. - Dit is allemaal heel goed. = Dit is heel goed. Alles (daarvan) is heel goed.

Copulatieve samenstellingen

Een speciaal soort bijstelling is de copulatieve samenstelling. In een copulatieve samenstelling drukken meerdere (meestal twee) gelijksoortige woorden samen iets bijzonders uit. Het geheel van de aparte woorden vormt één samengesteld woord. Me spreekt ze uit zonder pauze ertussen, en in de geschreven taal linkt men ze aan elkaar met een deelstreep. Eigenlijk zijn het geen echte samenstellingen. Grammaticaal behandelt men ze dan ook (normaal gezien) als aparte woorden:

  • Pluraj ŝtatoj-membroj informis pri sia preteco ampleksigi la instruadon de Esperanto. = ...ŝtatoj, kiuj estas membroj [de UNESKO]... - Meerdere lidstaten toonden hun bereidheid om het Esperanto-onderwijs te verruimen. = ...staten, die lid zijn [van UNESCO]...

    Zowel ŝtatoj, als membroj krijgen de J-uitgang, want het zijn twee aparte woorden.

  • La Franca flago estas blua-blanka-ruĝa. - De Franse vlag is blauw-wit-rood.

    Men zou ook kunnen zeggen blua, blanka kaj ruĝa, maar de copulatief samengestelde vorm geeft aan, dat het gaat om een kleurencombinatie die een éénheid vormt.

  • La fotoj ne estis koloraj, sed nigraj-blankaj. - Het zijn geen kleur-, maar zwart-witfoto's.

    Men zou ook kunnen zeggen nigraj kaj blankaj, maar nigraj-blankaj benadrukt meer het contrast met koloraj. Het gaat om een speciaal soort foto's.

  • Kio estos, tio estos, mi provos trafe-maltrafe. = ...mi provos, ĉu trafe, ĉu maltrafe, laŭ ŝanco. - Het is, wat het is, ik zal het lukraak proberen. = ...ik zal het proberen, of het nu lukt of niet lukt.
  • Vole-ne-vole li devis konsenti. = Ĉu vole, ĉu ne-vole, li devis konsenti. - Willens nillens moest hij akkoord gaan.= Of hij nu wou of niet wou, hij moest akkoord gaan.
  • Pli-malpli unu horon poste Marta eniris en sian ĉambreton en la mansardo. = Proksimume unu horon poste... - Min of meer een uur nadien kwam Marta op zijn zolderkamer. = Ongeveer één uur nadien...

    Een enkele keer kan men evengoed zeggen pli aŭ malpli, maar dat heeft niet echt dezelfde betekenis als proksimume.

Commentariërende bijstellingen

Een enkele keer gebruikt men een bijstellings-zinsdeel, dat geen herformulering is van de zaak in het zinsdeel ervoor, maar dat extra-info geeft over de zaak. Meestal gaat het om een plaats waar die zaak zich bevindt, of vanwaar de zaak afkomstig is. Die commentariërende bijstellingen hebben nooit een N-uitgang. Men zou een dergelijke bijstelling kunnen beschouwen als aan afgekorte ondergeschikte zin:

  • Prelegis interalie profesoro Kiselman, Svedujo. = ...Kiselman, kiu venas el Svedujo. - Gaf o.a. een voordracht professor Kiselman, Zweden. = ...Kiselman, die uit Zweden komt.

    Men kan ook zeggen: ...Kiselman el Svedujo.

  • Ni vizitis Tokion, Japanujo. = ...Tokion, kiu troviĝas en Japanujo. - Wij bezochten Tokio, Japan. = ...Tokio, dat in Japan ligt.

    Of: ...Tokion en Japanujo.

Terug naar boven